Wat een luilekkerleventje heb ik zeg! Maar dat is niet altijd zo geweest. Mijn vorige leven kwam heel abrupt tot een eind toen ik de weg kwijt raakte en RATS, een heel stuk vel van mijn staart verloor. Ik weet niet eens meer hoe het kwam maar wel dat het enorm veel pijn deed en dat ik daardoor niet mijn beste zelf was. Ik sloeg wild om me heen naar alles en iedereen die mij wilde helpen.
Maar bij DOA keken ze daar dwars doorheen. Eerst moest mijn staart eraf, want daar was nauwelijks nog iets van over. Dat was wel een opluchting qua pijn, maar ik voelde me er ook heel onzeker door. Ik liep altijd met mijn borst vooruit en staart omhoog, ik was de schrik van de buurt. Hoe kon iemand mij nu nog serieus nemen? Ik verstopte me en voelde me rot. Wat hielp was al het lekkers dat ik hier te eten kreeg. Brokjes, blikjes, snoepjes en staafjes, heerlijk! Later hoorde ik dat ze in al dat lekkers ook pilletjes stopten zodat mijn wond niet zou ontsteken en het minder pijn zou doen.
Toen ik hersteld was van de operatie en een fikse oog- en keelontsteking mocht ik los lopen bij allemaal andere katten, nou dat hebben ze geweten! Ik ben niet zo gediend van mijn verblijf delen. Daarom hebben ze voor mij een uitzondering gemaakt. Ik woon nu op het administratiekantoor en mag op tafel bij de directeur slapen! Ik pik de worst van ieders brood en slaap in een mandje naast de computer. Ik houd enorm van spelen en aandacht, maar niet te lang. Door alle liefde die ik hier krijg voel ik me steeds wat zelfverzekerder en ik denk dat ik wel toe ben aan opnieuw de schrik zijn in iemands buurt.