Tijger weet wat hij wil, wanneer hij het wil en op welke manier. En zorgt dankzij z’n imposante uiterlijk dat-ie het voor elkaar krijgt ook.
Tijger (3): ‘Ik had gewoon een baassie, maar die keek nooit naar me om. Dat was eerst prima, kon ik lekker vrij de hort op. Bovendien: de aardige buren zorgden dat ik altijd genoeg eten kreeg. Maar na een tijdje ging m’n oog ontsteken. Waarom weet ik niet precies, misschien door een kattennagel tijdens een vechtpartijtje. Hoe dan ook, m’n baassie wilde me niet laten behandelen. Geen idee waarom niet. De buren vonden me zielig maar wilden geen eigen kat, dus brachten ze me naar DOA. Dat vond mijn baassie prima, gek he? Daar kreeg ik een zalfie en wat pilletjes. Vast goed bedoeld allemaal, maar ik most er niks van hebben. Het jeukt en prikt dus ik krabde en likte eraan. Ik weet ook wel dat je dan nóg verder van huis bent, maar ik kon ‘t gewoon niet helpen. Gelukkig hadden die DOA-luitjes wel wat trucs. Kattensnoepies geven terwijl ze die oogdruppels erin deden enzo. Ik ben nou eenmaal makkelijk te paaien met eten. En knuffels, daar hou ik ook erg van. Dus vraag ik er gewoon om. Tja, je mot opkomen voor je rechten he, niemand anders die ‘t voor je doet. Ik heb sowieso wel een eigen willetje. Laatst most ik op de foto voor de website. Vind ik leuk hoor, die aandacht, wat kriebels, maar na een tijdje mot ik gewoon los. De ruimte verkennen, op avontuur. Gelukkig ben ik groot en sterk, dus kenne ze me niet houden. Weet je wat trouwens ook wel geinig is? Door m’n grootte pas ik in geen enkel kattenmandje, dus hebben ze een hondenkussen voor me geregeld. Ken ik languit op leggen. Lekker joh! Van straatschoffie naar chique prins, wie had dat gedacht?’