Ja, maar niet met iedere hond. Ik kan samenwonen met andere honden, maar ik ben geen mega sociale hond. Vooral met mannetjes die niet gecastreerd zijn heb ik moeite. Dat vind ik vaak spannend en dat kan stress geven. Met vrouwelijke honden en gecastreerde reutjes gaat het meestal wel goed, vooral binnen het huis.
Buiten kunnen grote mannelijke honden me nog steeds onzeker maken, en als er veel kleine honden blaffen naar elkaar, kan ik daar ook van schrikken. Soms blaf ik dan mee of blijf ik liever achter mijn baasje staan.
Ik heb ook wel eens baknijd en speeltjesspanningen laten zien, vooral als andere honden te dichtbij komen bij mijn eten of speeltjes. Maar ik kan zelf ook snoepjes of speeltjes van anderen pakken, dus het is belangrijk dat mijn nieuwe baasje hierop let.
Ja, mits kat honden gewend is. Ik kan goed samenwonen met katten en konijnen, al vind ik ze wel erg interessant! Soms kan ik in een speelsituatie wat enthousiast worden, maar katten zijn niet altijd dol op zo’n speelmaatje. Daarom is het fijn als de katten een beetje gewend zijn aan honden en weten hoe ze ermee om moeten gaan.
Geen kinderen. Ik woon liever niet samen met kinderen. Ik vind kinderen en hun drukke bewegingen erg spannend, dus dat is niet zo fijn voor mij.
Nog leren. Alleen thuis zijn vind ik best spannend en ik heb nog veel vertrouwen nodig om dat goed te kunnen. In mijn pleeggezin ben ik hier stapje voor stapje in begeleid, maar in een nieuwe omgeving zal dit opnieuw moeten worden opgebouwd met veel geduld en rust.
Rustige wijk. Ik heb een rustige en veilige omgeving nodig waar niet te veel prikkels zijn. Drukke straten, veel lawaai en veel mensen maken me onzeker en bang. Een rustige woonwijk of een huis buiten de drukte zou voor mij het beste zijn. Zo kan ik rustig wennen en vertrouwen opbouwen zonder steeds te schrikken.
Ja, selectief. Buiten ben ik best sociaal, maar niet heel open naar alle honden. Grote, niet gecastreerde mannelijke honden vind ik spannend en vermijd ik het liefst. Kleine honden die veel blaffen, kunnen me ook onrustig maken. Soms blijf ik dan liever achter mijn baasje of blaf ik mee.
Met vrouwelijke honden en gecastreerde reuen kan ik beter omgaan, vooral als ze rustig zijn. Ik leer nog elke dag hoe ik beter kan omgaan met andere honden buiten.
Nog leren. Aan de lijn lopen gaat steeds beter, al kan het soms nog spannend zijn. Soms trek ik nog een beetje, maar ik probeer netjes mee te lopen. Het tuigje omdoen vond ik in het begin heel eng; ik rende er vaak voor weg en kroop in mijn bench. Inmiddels vind ik het minder eng en ga ik er soms zelf naar toe, maar het blijft soms nog spannend.
Mijn pleegmens helpt me rustig wennen aan het tuigje en aan de wandelingen en dat gaat steeds beter. Ik heb nog wat tijd en geduld nodig, maar ik doe mijn best!
Nee, Loslopen is voor mij niet verstandig. Omdat ik veel dingen spannend vind, kan ik snel schrikken en er dan vandoor gaan. Voor mijn eigen veiligheid blijf ik daarom altijd aan de lijn tijdens het wandelen.