Ronnie is de naam, en ondanks mijn stoere uiterlijk ben ik niet altijd zo stoer geweest. Ik deed ’t in m’n broek de eerste tijd dat ik bij DOA was. Ik had overal kale plekken en wondjes, zelfs in mijn gezicht. Mijn verleden heeft hier alles mee te maken, maar daar wil ik het niet over hebben. Alles was nieuw en eng, ik wist me totaal geen houding te geven. Maar er was een belangrijk keerpunt, ik herinner het me nog goed. Mijn verzorger deed mijn deurtje open, vulde mijn kommetje met speciaal dieetvoer en tilde heel voorzichtig de handdoek waarachter ik me verstopte omhoog. En voordat ik weg kon schieten aaide ze zachtjes met 1 vinger over mijn neus en voorhoofd. Ik was zo verbaasd dat ik niet meer wist wat ik moest doen. Mijn verbazing veranderde langzaam in acceptatie, en daarna in genieten. En vanaf dat moment was het roer om. Ik vind niets fijner dan gekriebeld en aangehaald worden, ik kan er zelfs helemaal van gaan kwijlen! De wondjes zijn verdwenen en de kale plekken ook bijna helemaal. Iedereen die ik nu ontmoet, mens of kat, is mijn vriend. Ik had nooit gedacht, met mijn verleden, dat ik dit zou zeggen; het leven is fantastisch!