Wat een geluk heb ik gehad dat iemand mij heeft gevonden. Ik lag op straat en kermde van de pijn. Wat er precies is gebeurt heb ik verdrongen, maar toen ik bij DOA binnenkwam moest ik behoorlijk opgelapt worden! Ik had een grote wond op mijn wang en had intensieve verzorging nodig. Door al die handelingen kan ik nog wel eens terugdeinzen als je me wil aaien. Aan mijn lijf geen polonaise! Het liefst krijg ik daarom bij mijn nieuwe baasje de tijd om goed te wennen en elkaar rustig te leren kennen. Het lukt me al steeds beter om te ontspannen en probeer zelfs kattenvriendjes te maken. Volgens de verzorgers ben ik stiekem een lieve schat dus je zal een goeie huisgenoot aan me hebben!