Snorbert heeft een behoorlijk pittige tijd achter de rug, dat is aan z’n humeur te merken, maar achter de wolken schijnt de zon.
Snorbert (7): ‘Ik ben gedumpt. Ze hebben me gewoon in een mandje achtergelaten, midden in Amsterdam Zuidoost. Het kwam zelfs in het nieuws. Gelukkig brachten ze me naar DOA. Daar zagen ze al snel dat ik hartstikke ziek was. Mijn rug was ingevallen en doorgezakt en ik had een enorme bolle buik. Die deed zo’n pijn dat ik enorm boos werd als ze die aanraakten. Ik moest ook de hele tijd braken en had constant diarree. Bij DOA haalden ze me meteen door medische molen: röntgenfoto, bloedonderzoek. Dat zag er gelukkig allemaal goed uit, dus konden ze verder met ‘t oplap-proces: speciaal voer, infuus tegen uitdroging, een injectie tegen de misselijkheid, en ze haalden wat tandsteen weg. Inmiddels gaat ‘t stukken beter. Fysiek, maar ook mentaal. Ik schaam me een beetje richting die lieve mensen van DOA want ik was echt een chagrijnige mopperkont toen ik binnenkwam. Net Gargamel. Maar ja, wat wil je.. ik was doodziek en harteloos gedumpt in een mandje. Ik voelde me boos, verdrietig en alleen. De DOA-mensen snappen dat. Ze doen heel voorzichtig met me. Eerst kreeg ik iedere dag één aai over m’n bol. Daarna twee. Toen drie. Nu kriebelen ze me ook onder m’n kin. Vind ik spannend, maar ook lekker. Toch is er één ding waar je me nóg blijer mee maakt: eten. Zo blij zelfs, dat ik het af en toe iets te gulzig naar binnen schrok. Laatst hoorde ik ze zeggen dat ze het eten misschien in een puzzel ga doen, omdat ik zo’n slimme jongen ben. Oké, en omdat ik dan langer over m’n eten doe. Nou.. moeten zij eens opletten!’